Buenos Aires

Een week geleden stapten reisgezel Bart en ik in het vliegtuig naar Buenos Aires. Dit is dus al een week geleden. Het is een cliché, maar de tijd is voorbij gevlogen.
Buenos Aires is een fantastische stad, mede omdat wij dit soort steden niet in Europa kennen. Neem alleen al het inwonersaantal van 13 miljoen. Mede door het grote inwonersaantal kent Buenos Aires vele verschillende gezichten.
Het centrum doet erg Europees aan en een goed voorbeeld daarvan is de wijk Palermo. In deze wijk vind je veel ministeries en andere staatsgebouwen. Daarnaast ligt er het kerkhof waar Evita Peron ligt begraven. Het kerkhof is erg indrukwekkend doordat de graven bestaan uit huisjes. Sommige huisjes bevatten zelfs een altaar waar de familie kan samenkomen om te rouwen en om de mis kan vieren.
Heel anders dan Palermo is de wijk Boca. Dit gedeelte is juist erg volks en doet met haar felle kleuren, openliggende straten en vervallen huizen erg Zuid-Amerikaans aan. In deze wijk staat ook het voetbalstadion van de club Boca Juniors, de club van Maradonna.
Een wijk die tussen het statige Palermo en het volkse Boca inzit, is de wijk San Telmo. Haar charme zit in de lokale markt, de pleintjes en de antiekwinkeltjes.
Buenos Aires leeft. Dag en nacht zijn er mensen op straat en nooit in mijn leven heb ik zoveel auto's gezien als hier. Toen Bart en ik de eerste keer op straat waren, schrokken we ons dood wat de verkeersregels betreft. Alles rijdt maar door elkaar heen. Toch zit er een systeem en dit hadden we gelukkig al snel door.
Morgen vertrekken wij uit Buenos Aires, naar de Iguazú watervallen. Een busreis van negen uur staat ons te wachten.
Buenos Aires met haar vele gezichten zal ik missen, maar er ligt hopelijk nog veel moois in het verschiet.